Wat werkt?
- Leerkrachten en ondersteuners voldoende ondersteunen in hun ‘zoektocht’ naar mogelijkheden om om te gaan met verschillen.
Screening
- Is er voldoende ondersteuning voor alle teamleden?
- Weten de teamleden bij wie ze terechtkunnen als ze vragen hebben over differentiatie?
- Zijn er overlegmomenten ingeroosterd waarop collega’s elkaar kunnen ondersteunen?
Goede praktijkvoorbeelden
Overlegmomenten
Directie: “De leerkrachten van de parallelklassen zitten wekelijks samen om te plannen en om te kijken hoe ze het differentiëren kunnen aanpakken.”
Directie: “ Ook tijdens MDO’s (multidisciplinaire overlegmomenten) coachen we leerkrachten.”
Directie: “Als directeur probeer ik zo veel mogelijk pedagogische thema’s in te plannen op de personeelsvergaderingen.”
Ondersteuning
Directie: “Het is niet eenvoudig om te differentiëren. Zeker niet als de klassen en de verschillen steeds groter worden. Ik heb eerst informatie gegeven over het ADI-model (Algemene Directe Instructie). Daarna hebben de leerkrachten mij uitgenodigd voor een klasbezoek en op basis daarvan heb ik hen ondersteund. De leerkrachten zijn ook bij elkaar gaan kijken.”
Directie: “Wij hebben regelmatig contact met andere scholen, daar pikken we ook dingen van mee. We plannen ook een bezoek in een school voor buitengewoon onderwijs.”
Zorgcoördinatoren: “Ik vind dat we als zorgcoördinatoren vooral een aanspreekpunt moeten zijn. De deur staat open en de leerkrachten kunnen vragen stellen. We willen hen ook inhoudelijk coachen: meegeven van tips, een tekst samen doornemen, concreet materiaal aanreiken, samen aan de slag gaan … . Soms vragen leerkrachten om in hun klas te komen kijken. Het is belangrijk dat we samen op weg gaan. Met vallen en opstaan. En niets opdringen.”
Directie: “Het is belangrijk dat je ook af en toe mensen van buiten huis uitnodigt. Profeet in eigen land is niet altijd genoeg. Het is belangrijk dat we ook specialisten horen.”
Directie: “Ondersteuners doen samen met de leerkrachten aan beeldvorming. De ondersteuners zijn geen leerkrachten, wel logopedisten, psychologen en orthopedagogen.”
Directie: “Bij het invoeren van drie uur differentiatie per leerling hebben we een interne ondersteuner ingezet die in elke klas meegewerkt heeft aan de implementatie.”
Directie: ‘Tijdens de klasbezoeken vorig jaar heb ik me geconcentreerd op het omgaan met verschillen. Ik heb de leerkrachten daarin begeleid.”
Directie: “Tijdens de personeelsvergaderingen werken we altijd inhoudelijk. Vaak gaat het over differentiatie, talenten, … . We hebben wekelijks een overlegmoment (op woensdagochtend) waarop we praktische zaken bespreken.”
Aan de slag
- Samen aan de slag om het opvoedingsproject van de school vorm te geven. Hoe willen we als team omgaan met verschillen?
- Wie-bij-wie-plan. Maak duidelijk wie bij wie terecht kan voor ondersteuning, zowel leerkrachten als ondersteuners. Stel dit samen op en vertrek van de huidige situatie.
- Afspraken maken over de samenwerking tussen leerkrachten en ondersteuners. Wie neemt welke taken op zich? Hoe werken ze samen? Wie neemt welke rol op als ze samen in de klas zijn? … Een duidelijke rolomschrijving van alle teamleden is essentieel.
Heb je zelf nog een goed praktijkvoorbeeld of een goede tip? Laat het ons zeker weten door het onderstaande formulier in te vullen.